Remtechniek

Rij-impressies en toelichtingen

Moderators: EileRT, JOS WRSM

Gesloten
RhanRT

Remtechniek

Ongelezen bericht door RhanRT »

Remmen hoort bij motorrijden als de opkomst van de zon bij het begin van een nieuwe dag. Vreemd genoeg zijn er veel motorrijders die voor dit onderdeel van hun rijtechniek niet veel aandacht hebben. Nog vreemder wordt het als blijkt dat een goede remtechniek bezitten steeds een groot verschil maakt en dat onder diverse omstandigheden. Terwijl de ene er snellere rondetijden weet door neer te zetten, kan de andere nog juist een ongeval vermijden. Goed kunnen remmen is even belangrijk als perfect bochten nemen en vliegensvlug obstakels ontwijken en is vaak een zaak van erop of eronder…

Erop of eronder, in sommige gevallen zijn beide opties beslist niet te versmaden en is zelfs hun volgorde niet belangrijk, maar bij motorrijden is dat niet zo. Er is daarom wellicht al meer geschreven over remtechnieken dan een mens lief is maar als we afgaan op de hoeveelheid discussies die er over dat onderwerp in motormiddens gevoerd worden dan moeten we concluderen dat er nog steeds veel onduidelijkheid bestaat over het remmen met een motor. En daaraan gaan we bij deze iets proberen doen…

Laten we eerst eens kijken welke situaties het gebruik van de remmen vereisen. Wie er goed over nadenkt komt onvermijdelijk tot de conclusie dat er slechts twee situaties zijn waarin de remmen gebruikt worden: om helemaal tot stilstand te komen of om de snelheid van het voertuig en zijn berijders te reduceren tot een de snelheid die de situatie vereist. In beide gevallen kan je gebruik maken van zowel de remmen als de motorrem. Hoe en wat we gaan gebruiken om ons doel te bereiken is echter niet zomaar in enkele lijnen uitgelegd.

Elke motor heeft naast een voor- en een achterrem ook een motorrem. Om maar meteen met de deur in huis te vallen: die motorrem gebruik je bij stevige remacties als gewone sterveling maar beter niet want geen enkel motorblok, noch de daarbij horende versnellingsbak, koppeling en eindtransmissie is ontworpen om grote remkrachten te doorstaan. De taak van dit pakket is in de eerste plaats om het voertuig aan te drijven, niet om het af te remmen. Te zwaar de motorrem gebruiken levert vroeg of laat schade op aan de motor, de versnellingsbak en de eindoverbrenging. Terugschakelen en daarbij de motorrem gebruiken doe je dus best met het nodige gevoel en dan alleen nog maar om een langzame vertraging te bekomen. Dat doe je niet alleen om de motoronderdelen niet te zwaar te belasten maar ook om de motor onder het remmen onder controle te kunnen houden. Sommige motoren zijn namelijk in staat om bij snel terugschakelen het achterwiel te doen blokkeren en dat kunnen we missen als kiespijn. Een blokkerend achterwiel heeft namelijk bijna geen grip meer op het wegdek, beïnvloedt het stuurgedrag van de motor behoorlijk én eist aandacht op van de rijder. En dat net op het moment dat die al zijn denkvermogen nodig heeft om een stevige remactie neer te zetten…

Om de invloed van de motorrem drastisch te verminderen worden er momenteel meer en meer motoren uitgerust met slip-koppelingen. Deze koppelingen hebben de eigenschap om bij een vooraf bepaalde waarde door te slippen waardoor de motor en de transmissie slechts een beperkte remkracht kunnen overbrengen naar het achterwiel. Zelfs al schakel je bruut terug of schop je de bak ongewild ééntje te ver naar beneden. Dat dit een handigheidje is dat in staat is om het remmen voor de rijder veel gemakkelijker te maken blijkt uit de reactie van heel wat ervaren racers. Een stuiterend, wegglijdend achterwiel door te veel motorrem voorkomen was niet meer nodig omdat het systeem dat voor zijn rekening nam. Wat mij betreft mag elke motor met zo’n slipkoppeling uitgerust worden. Het maakt het sportief rijden met een motor er alleen maar veiliger en gemakkelijker door.

Na dit uitstapje naar het hoe en wanneer de motorrem te gebruiken kunnen we ons nu helemaal gaan concentreren op het gebruik van de voor- en de achterrem van de motor. Over welke rem nu de beste is bestaan veel verschillende meningen en dat is niet meer dan normaal. Tenslotte bestaan er heel veel motorfietsen en die hebben allemaal hun specifieke eigenschappen. Bij motoren met een relatief korte wielbasis en een niet superlaag gelegen zwaartepunt treffen we doorgaans een relatief zwakke achterrem aan. Motoren met een heel lange wielbasis en een extra laag zwaartepunt –toermotoren en customs dus- remmen doorgaans beter op de achterrem. De oorzaak daarvan is hoofdzakelijk te zoeken in de reactie die een motor geeft wanneer je de remmen gebruikt.

Elke motor reageert initieel volstrekt gelijk bij het afremmen. Geheel volgens de natuurwetten verplaatst het gewicht van de motor en dat van zijn berijders –en het gewicht van de eventuele bagage- zich verder in de rijrichting onder het remmen. Daardoor wordt de druk op het voorwiel groter terwijl de druk op het achterwiel kleiner wordt. Dat laatste is geen wenselijk fenomeen want om te kunnen remmen moet er zoveel mogelijk gewicht rusten op de banden. Wordt de druk die de band op het wegdek houdt te klein in verhouding tot de remkracht die erop uitgeoefend wordt, dan gaat de band doorslippen waardoor de remmende werking tot een minimum wordt herleid. Bovendien wordt de hanteerbaarheid van de motor er niet beter op en slijten de banden niet alleen onnodig maar ook hevig. En dat kan nooit de bedoeling zijn.

Motoren met een korte wielbasis, een niet drastisch laag gelegen zwaartepunt en een gewichtsverdeling van ongeveer 50% voor en 50% achter zijn bij hard remmen heel gevoelig aan het bovenstaande. Toermotoren en cruisers, met andere woorden motoren met een lange wielbasis, een extreem laag zwaartepunt en een gewichtsverdeling waarbij het gewicht hoofdzakelijk door het achterwiel wordt gedragen hebben daar duidelijk minder last van. Het is daarom ook geen raadsel waarom uitgerekend deze motoren –in tegenstelling tot vele andere- door de fabrikant uitgerust worden met een krachtige achterrem. Toch is de voorrem van elke motor in regel de meest krachtige van het stel. Door het feit dat bij het remmen steeds een grote druk op de voorband rust heeft deze –onder normale omstandigheden- de beste kaarten in handen om degelijk te kunnen afremmen.

Maar uitzonderingen bevestigen de regel. Motoren met afwijkende voorvorkconstructies, zoals veel BMW’s, hebben veel minder last van gewichtsverplaatsingen onder het remmen. Doordat de voorvork niet ingedrukt wordt onder het remmen verplaatst het gewicht zich veel minder nadrukkelijk in de richting van het voorwiel waardoor de achterrem krachtiger kan uitgevoerd worden zonder aan efficiëntie in te boeten. Door het stabielere gedrag onder het remmen kunnen extreem grote remkrachten aangewend worden zonder het rijwielgedeelte en de rijder daarmee te veel te belasten. Weet je meteen waarom die BMW’s zo hard kunnen remmen, terwijl ze zeker niet onder de lichtste constructies van het marktaanbod kunnen gerekend worden.

Nu we weten wat het remmen bij een motor teweeg brengt gaan we het hanteren van de remmen bekijken. Zorg er eerst en vooral voor dat zowel het remhendel als het rempedaal gemakkelijk bereikbaar zijn en je hun werking gemakkelijk kunt aanvoelen. Voor elke persoon is dat anders, dus moeten we hier niet te ver over uitwijden. Zorg er echter steeds voor dat het remhendel op het stuur net onder je vingers ligt wanneer je onderarm en je vingers één lijn vormen. Enkel zo kan je onder alle omstandigheden snel bij je rem en kan je optimaal de remdruk aanvoelen. Voor de afstelling van de hoogte van de voetrem geldt dat je zonder je voet op te tillen op het pedaal moet kunnen drukken terwijl het einde van de slag van het pedaal gemakkelijk gehaald moet kunnen worden zonder daarvoor extra moeite te moeten doen.

Om een goede remwerking te bekomen bouw je de remdruk progressief op. Zou dat niet het geval zijn, dan kon de fabrikant volstaan met on-off knoppen te monteren om de remmen te bedienen. Door het opbouwen van de remdruk vermijd je hevige reacties bij de motor. De banden worden niet plots zodanig onder druk gezet waardoor ze gaan doorslippen en de gewichtsverdeling van de motor wordt niet plots drastisch veranderd, hetgeen de motor gemakkelijk bestuurbaar houdt. Om de remdruk op de voorrem –onze belangrijkste rem- geleidelijk te kunnen opbouwen gebruik je best al je vingers. Ga daarbij te werk alsof je een citroen uitperst; gebruik eerst je pink en neem er daarna stelselmatig de andere vingers erbij tot je tenslotte alle vier je vingers aan het werk hebt gezet. Op die manier bereik je een krachtige, progressieve en perfect controleerbare remwerking. Ga je deze werkwijze uitproberen dan kom je tot verrassende bevindingen. Terwijl zo goed als niemand dat verwacht rem je met je pink alleen al heel behoorlijk en dat terwijl je in die vinger niet echt veel kracht hebt steken. De verklaring daarvoor is dat het remhendel werkt als een hefboom. Hoe verder je van zijn scharnierpunt druk gaat uitoefenen, hoe minder kracht je nodig hebt om hem te bewegen. Bij het bedienen van de achterrem probeer je ook progressief de remdruk te verhogen. Dat lukt in eerste instantie niet meteen en dat is ook niet echt verwonderlijk. Onze vingers zijn nu eenmaal geoefender dan onze tenen als het erop aankomt om handigheidjes uit te halen.

De ideale remwerking word theoretisch verkregen door het gedoseerd gebruik van beide remmen. Dat gebeurt door eerst de achterrem aan te spreken en daarna de remdruk geleidelijk over te brengen naar de voorrem. In de praktijk zijn er echter weinig mensen die deze handelingen perfect kunnen uitvoeren. Vandaar dat sommige fabrikanten automatische systemen op hun motoren monteren die dat werkje ruwweg voor je klaren. Op die motoren volstaat het om één rem te bedienen waardoor het systeem de remkracht over de beide wielen gaat verdelen. Gekoppeld aan een ABS-systeem is de mogelijkheid op geblokkeerde wielen dan voorgoed van de baan en remt de motor optimaal af. Op uitgesproken sportieve motoren is dit systeem nog steeds niet ingeburgerd en waarom dat zo is is maar moeilijk te verstaan. Er bestaan namelijk maar weinig mensen op de aardbol die de remmen beter kunnen bedienen dan zo’n modern systeem.

Rij je met een sportieve motor dan vergeet je onder normale omstandigheden maar beter dat er ook een achterrem op de motor zit. Zo kan je je optimaal concentreren op de remwerking van die voorrem en moet je je geen zorgen maken over het correct verdelen van de remkrachten over het voor- en het achterwiel. Bij noodstops heb je daar bovendien simpelweg de tijd niet voor en kan je de negatieve invloeden van een blokkerend achterwiel al helemaal niet riskeren. Rij je met een duo achterop dan ligt de zaak anders. Door het grotere gewicht dat op de achterband drukt zal de achterband zelfs onder hevige remdruk niet snel blokkeren waardoor de remwerking van de achterrem beter benut kan worden. Hetzelfde geld voor een toermotor en een custom. Die laatsten hebben soms –zeker als ze al wat ouder zijn- vooraan relatief zwakke remmen waardoor je sowieso gedwongen word om beide remmen aan te spreken om een degelijke vertraging te bewerkstelligen.

Uitzonderingen op de regel zijn er altijd. Bij het afdalen van een steile helling kan je maar beter toch die achterrem aanspreken, ongeacht het type motor waarmee je rijd. Ga je onder dergelijke omstandigheden namelijk nadrukkelijk en lang aan de voorrem hangen dan komt de motor op zijn neus te staan en word de veerweg vooraan hopeloos kort. Het gevolg daarvan is dat de motor minder gemakkelijk bestuurbaar wordt, de druk op je polsen stijgt en oneffenheden in het wegdek minder goed verteerd worden door de voorvering. Ook op heel gladde wegen gebruik je (zonder ABS) best de achterrem. Een wegglijdend voorwiel resulteert bijna altijd in een valpartij terwijl een slippend achterwiel relatief gemakkelijk te corrigeren is. Gewoon de remdruk verlagen en de slip vermindert meteen.

Zoals bij alles baart ook in dit geval oefening kunst. Uitproberen hoe je motor zich gedraagt onder hevig remmen kan –indien dat onder veilige omstandigheden gebeurt- heel handig zijn om in alle situaties optimaal van je remmen gebruik te durven maken. Kies daarvoor bij voorkeur een open ruimte met genoeg asfalt zodat je steeds maar later in de remmen kan gaan zonder daarbij het gevaar te lopen dat je je verremt en naast de baan beland. Bouw stap voor stap de snelheden en de remkrachten op. Parijs en Rome zijn ook niet in één dag gebouwd. Wil je veilig rijden dan moet je deze oefening beslist eens doen want uit onderzoek blijkt dat heel wat ongevallen vermeden hadden kunnen worden indien de rijder het aangedurfd had om de volle 100% remkracht van zijn motor aan te spreken.

Belangrijk bij het oefenen van je remtechniek –en bij het gebruik van de remmen in het algemeen- is zowel een juiste zithouding als de daarbij horende kijktechniek. Heel wat motorrijders slaan daar helemaal geen acht op. Neem voor jezelf eens de proef op de som: rij op een recht stuk weg en spreek de voorrem aan. Voer de druk geleidelijk op tot zover je durft. Op het moment dat je stil komt te staan let je op waar je naar kijkt. Wedden dat je op dat moment in je dashboard of naar de weg vlak voor de motor kijkt en dat je armen helemaal gestrekt zijn? Is dat inderdaad het geval dan is er werk aan de winkel.

Met gestrekte arme remmen is een automatische reactie. Je steunt op die manier je gewicht op het stuur af en levert zo weinig mogelijk inspanningen om dat gewicht in toom te houden. Omdat je met gestrekte armen maar nauwelijks kunt sturen en schokken opvangen kan je die houding –net als bij het rijden zelf- ook onder het remmen maar best vermijden. Met lichtjes gebogen armen kan je je gewicht voortreffelijk ik evenwicht houden en zit je klaar om eventuele stuurcorrecties uit te voeren.

Onder het remmen kan je ook maar beter haarfijn weten waar je bent op het traject dat de motor aflegt. Ook behoud je bij voorkeur je evenwicht en ben je in staat om de motor desgewenst te corrigeren. Dat kan je alleen als je de weg voor je zo ver mogelijk duidelijk in het vizier hebt. Eventuele trajectveranderingen als gevolg van de remkrachten registreer je op die manier onmiddellijk omdat bij een groot gezichtsveld veranderingen veel sneller waarneembaar zijn. Ook rij je automatisch naar de plaats waar je naartoe kijkt. Toegegeven, voor je dat alles volledig onder de knie hebt en automatisch uitvoert zonder er over te moeten nadenken zal je nog heel wat -minder geslaagde- remacties op touw zetten. Wie zich de moeite neemt om zich bovenstaande informatie eigen te maken zal echter veel veiliger op weg zijn en op eventuele circuitdagen met veel meer efficiëntie in de ankers kunnen gaan. En dat allemaal gratis en voor niets! Wat moet een mens nog meer hebben…?


RhanRT
Jempy

Re: Remtechniek

Ongelezen bericht door Jempy »

Hoi RhanRT,

bedankt voor de klare, duidelijke uitleg.
En ja; er is (bij mij althans) nog werk aan de winkel.
Gesloten

Terug naar “Praktische rijtechnieken”